Gluren bij de buren
KOPP/KOAP-beleid in het P.C. Dr. Guislain
Op Vadem heeft de zogenoemde stille ruimte een kindvriendelijke make-over gekregen. Onder meer een poppenhuis, klein keukentje, heel wat speelgoed en meubeltjes op kindermaat moeten er mee voor zorgen dat kinderen die op bezoek komen bij hun mama of papa zich welkom voelen. “We hebben al heel wat goeie reacties gekregen”, vertelt therapeute Ria Schoutteet. “Mensen die hier opgenomen zijn hebben nu een plek om samen te spelen met hun kindjes, een beetje weg van de afdeling. Of ze kunnen rustig praten met hun partner terwijl de kindjes spelen. En als hulpverlener kunnen we toch nog een oogje in het zeil houden, via de grote glazen wanden.”
De patiënt als ouder
De kindvriendelijke ruimte op Vadem is een heel tastbaar resultaat van het KOPP/KOAP-beleid in het P.C. Dr. Guislain. KOPP staat voor ‘kinderen van ouders met psychische problemen’ en KOAP voor ‘kinderen van ouders met een afhankelijkheidsprobleem’. Bedoeling is om meer aandacht te hebben voor de ouderrol van patiënten en voor de kinderen. In ons centrum kende de KOPP/KOAP-werking een officiële start in maart vorig jaar. “Toen hebben we inderdaad een KOPP-referentiegroep opgestart, waarin voor elke afdeling en voor PVT minstens één referentiepersoon zetelt”, vertelt stafmedewerker zorgbeleid Stefanie Everaert. “Natuurlijk is het niet zo dat we daarvoor helemaal geen aandacht hadden voor kinderen, maar sommige afdelingen hadden er meer oog voor dan andere. Nu maken we echt werk van een gedragen visie en bouwen we een overkoepelend beleid uit voor het hele centrum. Dat is trouwens een beweging die je in de hele sector ziet en ook de overheid verwacht dat je aandacht hebt voor het ouderschap van patiënten.”
Preventie
Kinderen van ouders met psychische problemen hebben meer kans om zelf psychische problemen te ontwikkelen, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Preventief werken, is dus heel belangrijk. Bovendien is een opname ook een heel ingrijpende periode, ook voor de betrokken kinderen. “Ze goed informeren en hen helpen begrijpen wat er gebeurt, is daarom heel belangrijk”, zegt Ria, “want zo kunnen ze ermee leren omgaan. Maar dat vindt niet iedereen evident. Mensen zeggen soms letterlijk ‘Kinderen horen hier niet, ze moeten dat niet zien’, vaak vanuit een reflex om kinderen te beschermen. Maar ze zien, horen, weten en voelen veel meer dan we denken.” Daarom ziet het P.C. Dr. Guislain het als een taak van de hulpverleners om met patiënten in gesprek te gaan over hun ouderschap en hun kinderen. De referentiepersonen volgen daarvoor alvast vormingen voor het voeren van KOPP-preventiegesprekken. Dat dient in de eerste plaats om ouders te versterken in hun ouderrol en via die weg ook de veerkracht van de kinderen te versterken.
In de praktijk …
Ook in het dossier van een patiënt krijgt het ouderschap een plek. “De ‘procedure trajectplan’ schrijft voor dat van bij het begin in iemands dossier vermeld wordt of een patiënt kinderen heeft. Dan wordt er al vaker mee aan de slag gegaan in het behandelplan”, zegt Stefanie. Elke afdeling heeft natuurlijk z’n eigenheid. Daarom zijn de referentiepersonen samen met de kernteams aan de slag gegaan en hebben ze actiepunten bepaald rond KOPP/KOAP voor de eigen afdeling. “Wadis en Crisiszorg willen bijvoorbeeld ook een plek voor kinderen kunnen inrichten”, vertelt Stefanie. “Andiamo organiseert dan weer groepssessies waarin patiënten aan de hand van een aantal thema’s ervaringen en ideeën kunnen uitwisselen rond ouderschap. Fioretti richt zich dan weer eerder op broers en zussen. Zo maakt iedereen het zich eigen.” De referentiepersonen spelen alleszins een belangrijke rol. “Zij zijn eigenlijk de ambassadeurs van het KOPP-beleid”, zegt Ria. “Zij dragen het beleid uit op hun afdeling en bewaken dat het geen droge letter blijft. Via de referentiepersonen inspireren afdelingen elkaar ook om met het thema aan de slag te gaan.”