Balayer – A Map of Sweeping (v.2018)
Voor Balayer (v.2018) bezocht de Engelse kunstenares Imogen Stidworthy de leefgemeenschap van Jacques Lin en Gisèle Durand in Monoblet. Ze maakten deel van het opvangnetwerk voor kinderen met een complexe, vaak autistische problematiek dat Fernand Deligny startte in de Cévennes in Zuid-Frankrijk. Experiment stond er centraal: zonder gebruik te maken van gesproken taal creëerde hij een kleine samenleving die in schril contrast stond met het instellingsleven. Therapeuten werden vervangen door ongeschoolde sociaal werkers, en isolatie in gebouwen door het samenleven in de natuur. Deligny creëerde een omgeving waarin taal plaats maakte voor visuele middelen zoals het tekenen van kaarten, fotografie en film. Deze werden gebruikt om de gebaren, de betekenisverlening en de zwerftochten van de kinderen te leren begrijpen.
Na het stopzetten van het netwerk in 1986 bleven Jacques Lin en Gisèle Durand samenleven met de jongens die eind 1960 bij hen ingetrokken waren. Deze jongens, Gilou Toche en Christoph Berton, hebben beiden autisme en communiceren non-verbaal. In de installatie gaan Stidworthy’s beelden in dialoog met ruwe videobeelden van Jacques Lin uit de periode 2000-2008. Repetitieve gebaren worden vastgelegd in bewegende beelden als intieme observaties van het dagelijks ritme in de gemeenschap.
In een tekstprojectie beschrijft Gisèle Durand de dwaallijnen op een kaart die ze tekende in 1971. Ze tonen de bewegingen van Janmari en een volwassene die de vloer van de keuken veegt. Het is een van de vele kaarten of sporen die de volwassenen creëerden op basis van de bewegingen van de kinderen. Deligny’s commentaren op de kaart en fragmenten van andere schrijfsels zijn te horen in de ‘live’ vertaling naar het Engels en zijn beschreven in de originele tekst in het Frans. Daarnaast worden ook twee verhalen over Janmari gepresenteerd, verteld door Jacques Lin. In Stidworthy’s en Lins beelden zien we Janmari, Gilou en Christoph als volwassenen over een periode van 14 jaar.