Foudraine in Alpbach, de plek waar hij begon te schrijven aan Wie is van hout…
‘Ik had belangstelling voor mensen, niet voor ziektes. Ik behandel geen patiënten, ik ontmoet mensen.’
Jan Foudraine
(25 februari 1929 – 27 februari 2016)
Op 27 februari schenkt Marijke Foudraine-Kranenburg een uniek houten exemplaar van het beroemde ‘Wie is van hout...’ de veelvuldig vertaalde bestseller van wijlen haar man, progressief psychiater en psychotherapeut Jan Foudraine, aan onze collectie.
Een boek van hout, maar met een warm en kloppend hart.
Het unieke exemplaar komt naar Museum Dr. Guislain.
‘Wie is van hout’ (1971) bepleit vol vuur een sociale, humanere benadering van psychiatrische patiënten. Een psychosociale aanpak zoals ‘onze’ Jozef Guislain die in zijn tijd ook voor ogen had. Tot vandaag blijft het een passioneel pleidooi dat geroemd, beschimpt en geëerd wordt, en actueler is dan ooit.
Hopeloos zijn wij ook niet, en van hout evenmin. Daarom willen onze blijdschap om deze bijzondere verrijking van onze collectie met u vieren. En niet alleen met u.
De Blijde Intrede kadert in de expo Eigen huis: ‘De tentoonstelling volgt een eigenzinnige aanpak en wijkt ietwat af van de traditionele paden, zoals wij allemaal misschien wel eens doen. Van een dromerig magazijn waar meubels, keukengerei en sculpturen sluimeren tot zeeën van brieven en dagboeken – het krijgt allemaal een onderkomen in Eigen huis.’ Curator Erwin Mortier
Expo Eigen huis / Copyright: Mirjam Devriendt
PROGRAMMA
DONDERDAG 27.02.2025
14u00
ONTVANGST MET KOFFIE
14u30 - 17u00
OVER HET BOEK EN ZIJN SCHRIJVER met:
Intro door Erwin Mortier
Erwin Mortier (1965) is schrijver, dichter, vertaler en essayist. Hij debuteerde in 1999 met de roman, Marcel bekroond met onder andere de Gerard Walschapprijs en het Gouden Ezelsoor. De roman Mijn Tweede Huid (2000) werd genomineerd voor onder andere De Libris Literatuurprijs en de Gouden Uil. Zijn recentste publicaties omvatten naast de verhalenbundel Glorie en Heerlijkheid (2023), ook het essayboek Liefde. Kleine filosofie van een grote emotie, en Lazuur, over de kleur der kleuren (2024). Mortier vertaalde werk van onder meer Virginia Woolf, Maurice Maeterlinck en Seán Hewitt. Hij is in 2025-2026 gastcurator van de expo Eigen huis in Museum Dr. Guislain, zijn allereerste werkplek.
Prof. Dr. Jim van Os
Van Os ziet de academische psychiatrie en psychologie als 'pre-wetenschappen', die dringend behoefte hebben aan meer gelaagde en complexe perspectieven van psychisch lijden, die rekening houden met de sociaal-collectivistische oorzaken ervan en de noodzaak tot brede salutogenese, weerbaarheidsbevordering (public mental health) en zingeving. Hij werpt de cruciale vraag op hoe de ggz georganiseerd moet worden in een samenleving waar de jaarprevalentie van psychisch lijden 25% bedraagt, een vraag die tot op heden onderbelicht is gebleven in het onderzoek. Jim van Os pleit voor een nieuwe benadering van de ggz, waarbij deze meer gezien wordt vanuit epistemisch pluralisme: dat psychisch lijden door meerdere brillen kan worden bekeken (sociaal, medisch, spiritueel, lifestyle, existentieel, lichamelijk, posttraumatisch) en dat mensen moeten kunnen kiezen op welke wijze en vanuit welk raamwerk ze willen werken aan verandering. Existentiële thema’s als zingeving, verbinding, vrijheid en eindigheid hebben daarin een belangrijke plek.
Jim van Os is hoogleraar Psychiatrie en voorzitter van de Divisie Hersenen aan het UMC Utrecht. Hij geniet internationale erkenning voor zijn baanbrekende werk in psychiatrische epidemiologie en publieke geestelijke gezondheidszorg. Van Os is een voorvechter van epistemisch pluralisme, een benadering die psychisch lijden bekijkt vanuit meerdere invalshoeken, waaronder sociale, existentiële en medische perspectieven. Hij pleit voor een GGZ waarin de focus ligt op herstel, zingeving en veerkracht, en waar lijden wordt gezien als een proces van persoonlijke groei en aanpassing, eerder dan een probleem dat uitsluitend via protocollen opgelost moet worden.
Prof. Dr. Stijn Vanheule
De balans na 54 jaar Wie is van hout…
Een boek over de psychiatrie in de jaren 60 lijkt misschien verouderd. Nu de burger mondiger is geworden en we eindelijk evidence-based behandelingen hebben, zou je verwachten dat de psychiatrie grote vooruitgang heeft geboekt. Tijdens zijn bijdrage zal Stijn Vanheule belangrijke ideeën uit Wie is van hout… naast eerste bevindingen leggen uit onderzoek van de UGent Cortina Safety Jogger-leerstoel voor psychose en herstel. In dit onderzoek werden 64 direct betrokkenen (ex-patiënten, familieleden en professionals) geïnterviewd over wat goed loopt en wat beter kan in de hedendaagse psychosenzorg. De vraag is of en hoe de uitdagingen van toen nog weerklinken in de bekommernissen van vandaag.
Stijn Vanheule is hoogleraar psychoanalyse en klinische psychologie aan de Universiteit Gent, waar hij ook voorzitter is van de vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie. Zijn onderzoek richt zich op klinische en conceptuele vraagstukken binnen de Lacaniaanse psychoanalyse en op kwalitatief onderzoek naar psychose. Hij is auteur van talrijke academische artikelen en boeken, waaronder de populair-wetenschappelijke werken Waarom een psychose niet zo gek is (2021) en Psychose begrijpen in 33 vragen (2022, samen met Jim van Os).
Korte pauze
Marijke Foudraine - Kranenburg
Marijke Foudraine - Kranenburg is weduwe van Jan Foudraine en schenker van het boek ‘Wie is van hout…’ aan het Museum Dr. Guislain. Ze was programme director voor de Baak instituut voor leider- en ondernemerschap VNO-NCW, bestuursvoorzitter Van Ede & Partners voor loopbaanbegeleiding en is mede-oprichter en voorzitter van Stichting Papageno, voor kinderen met autisme.
Nabespreking
17u00 - 19u30
VRIJ BEZOEK EXPO’S EIGEN HUIS en OP LOSSE SCHROEVEN
BOEKENSTAND in de Wintertuin van het museum
DINER: QUICHE BUFFET
19u30
OVER THERAPIE EN SCHRIJVEN
Foudraine pent zijn verslagen op zijn eigen manier neer, zonder de druk van een universitair kader. Het wakkert zijn schrijverstalent aan en leidt tot de creatie van 11 boeken. Tijdens de Blije Intrede gaan Paul Verhaeghe en Connie Palmen in gesprek over therapie, schrijven en creatie.
Paul Verhaeghe
Paul Verhaeghe is klinisch psycholoog, van vorming psychoanalyticus. Tot aan zijn emeritaat doceerde hij als hoogleraar aan de Gentse universiteit de opleidingsonderdelen Klinische Psychodiagnostiek, Psychoanalytische Psychotherapie, Genderstudies en Cultuur- en maatschappijkritiek. In combinatie met zijn studiewerk hebben zijn klinische ervaringen hem gaandeweg overtuigd van de dominante invloed die gender, sociale klasse en maatschappij uitoefenen op het individu, zowel positief als negatief.
Connie Palmen
Connie Palmen behoort tot de belangrijkste Nederlandse schrijvers van deze tijd. Ze studeerde in 1986 cum laude af in de Nederlandse letterkunde en in 1988 in de filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Haar werk werd in meer dan 24 landen vertaald. Tot haar oeuvre behoren onder andere haar zes grote romans De wetten (European Novel of the Year), De vriendschap (winnaar AKO Literatuurprijs), I.M. (winnaar Trouw Publieksprijs), Geheel de uwe, Lucifer en Jij zegt het (winnaar Libris Literatuur Prijs). In 2023 verscheen Voornamelijk vrouwen, een verzameling persoonlijke essays.
20u30
De Blijde Intrede van Wie is van hout…
21u00
RECEPTIE + BOEKENSTAND in de Wintertuin van het museum
TICKETS
Namiddagprogramma: 20€
Avondprogramma: 5€
Diner: 10€
‘Als het boek me iets geleerd heeft, dan wel dat zogenaamde geestesziektes verhevigingen zijn van ons aller menselijke conditie.’
Erwin Mortier, curator Eigen huis‘De toekomst is ernstig, maar maar wil je iéts van Foudraine leren, dan dit: hij is nooit hopeloos.’
Paul Verhaeghe‘Het boek heeft sinds zijn verschijnen psychologen, maatschappelijk werkers, zorgkundigen, maar evengoed massa’s betrokken lezers de ogen geopend voor de diepe menselijkheid in de psychiatrie.’
Bart Marius, artistiek leider Museum Dr. Guislain
‘Ik kwam in verzet tegen het plakken van etiketten op mensen-met-moeilijkheden… Ik meende dat termen als ‘neurotisch’, ‘psychotisch’, ‘schizofreen’, ‘psychopathisch’, ‘manisch-depressief’ en god-weet welke etiketten nog meer op mensen geplakt werden in ieder geval niets te maken hadden met een mysterieuze ziekte en evenmin met iets erfelijks.’ Jan Foudraine